Sintpedagogiek

 


Het is weer die tijd van het jaar waarin de kinderen opleven omwille van de komst van de welbekende witbebaarde man en zijn trouwe kompaan. Of toch omwille van de cadeautjes die hij meezeult in doorgaans grote, juten zakken. Ikzelf leef ook op omdat ik in die periode hoopvol uitkijk naar kinderen die zich uitstekend gedragen en omdat ik hem dan al eens kan gebruiken als chantagemiddel om iets gedaan te krijgen. Uiteraard is dat laatste nog de grootste illusie in het hele Sinterklaasverhaal. De jongste dochter is er immers zeer gerust in dat ze sowieso een cadeautje zal krijgen, want “Sinterklaas heeft op tv gezegd dat er dit jaar géén stoute kinderen zijn.” 

 

Ik durf de goedheiligman naar voor te schuiven in alle facetten van zijn alwetendheid. Hij kan zowel alles horen als alles zien. Ik vond dat als kind best een spannend gegeven. Mijn kinderen lijken echter allerminst onder de indruk van de Sints bijzondere gave. Het komt nochtans ter sprake bij een brede waaier aan gebeurtenissen waarbij een duwtje in de rug soms handig van pas kan komen. Zoals bijvoorbeeld bij het aanmanen tot opruimen van de zooi die de kinderen wervelwindgewijs door het héle huis (inclusief toilet) verspreid hebben: “Zie maar dat je snel begint met opruimen, want als de Sint ziet dat je niet meegeholpen hebt…!”. (Al schouderophalend en met omhooggetrokken wenkbrauwen.) Of bij het stimuleren van het proeven van groenten: “Proef maar eens van het worteltje, zodat de Sint dat in zijn Grote Boek kan opschrijven onder jouw naam bij hoofdstuk vier: gezonde eetgewoontes.” (Met grootse schrijfgebaren in de lucht.) Of wanneer een ruzie uit de hand dreigt te lopen: “Oei, ik denk dat ik daar net Zwarte Piet heb zien lopen over straat! Hopelijk heeft hij jullie niet gehoord, want Sinterklaas en Zwarte Piet hebben een hekel aan ruzie.” (Al turend in de verte door het raam, eventueel het gordijn wat opzijschuivend.)

Natuurlijk worden ze ook gestimuleerd om goed gedrag voort te zetten. Wanneer ze zich toch al een half uur samen zorgzaam ontfermen over hun poppenfamilie en hun beider fantastische verhaallijnen wonderbaarlijk min of meer overeenstemmen, gooit Zwarte Piet al eens met een handvol letterkoekjes en chocolade munten vanuit een hoek die eigenlijk geen steek houdt met de vluchtweg die hij nam. Om nog maar te zwijgen van de bovenmenselijke snelheid waarmee hij verdwijnt. 

 

Waarschijnlijk niet de meest pedagogische aanpak, maar nét omdat mijn kinderen weinig onder de indruk lijken van de hele show die ik verkoop, durf ik regelmatig de aandacht te vestigen op zijn aanwezigheid tijdens zijn korte verblijf in België en op de beloning die kinderen die hun best doen vergaren op zijn verjaardag. Ze slapen nog even goed, ze zijn niet angstig, ze zijn de eerste om luidkeels mee te zingen als ik het Sinterklaasrepertoire opdiep en ze smeken me om voor te lezen uit het boek “Dag Sinterklaas” om zich zoveel mogelijk te kunnen verdiepen in de wondere wereld van de heilige man. Uiteraard krijgen ze sowieso iets lekkers in hun schoen en een cadeautje op zes december. En soms ook een brief uit de hand van Sinterklaas waaruit blijkt dat hij wel degelijk het een en het ander weet: verbeterpuntjes, maar zeker ook goede dingen. 

 

Onlangs vertelde mijn grootvader een Sintanekdote uit de kindertijd van zijn grootmoeder. We spreken dan naar schatting eind 1800. Zijn grootmoeder was kind en had het gevraagde niet gekregen in haar schoen. Ze was het huis uitgelopen en de heuvel op gerend die vlak voor de woonst gelegen was. Eenmaal boven schreeuwde ze verbolgen richting hemel: “Sinterklaas, krijg de schijt!”. Haar moeder bleek de uitval naar de kindervriend gehoord te hebben en toen ze nadien haar schoen mocht zetten, had ze zich de dag erna moeten tevreden stellen met een bord vol paardendrollen die haar moeder van straat was gaan scheppen. 

 

Ik denk dat het dan toch nog niet zo erg gesteld is met mijn Sintpedagogiek.

 

 


Reacties

Populaire posts