Leren lezen


De oudste dochter zit sinds enkele weken in het eerste leerjaar. Dat was in september een bijzonder spannende aangelegenheid, want de klas had veel banken en stoelen, maar geen houten speelgoedwinkel. Ze kon zich bij aanvang niet goed voorstellen hoe een dag in de lagere school eruit zou zien. Dat dagverloop werd al snel duidelijk in die eerste weken en hoewel het bijleren razendsnel gaat, is er ook nog ruimte voor het spontane en het speelse dat er in een zesjarige zit. Daar zorgt een duo handpoppen en een meester met een rijk inlevingsvermogen wel voor. En anders neemt de dochter zelf het initiatief door plots liedjes te zingen tijdens de rekenles bijvoorbeeld. Kwestie van de sfeer er wat in te houden. 

 

Het lezen vond de dochter in het begin wat te abstract, veel kon ze immers nog niet met “ik” en “an”. Nu er steeds meer letters bijkomen, prikkelt dat haar om overal woordjes te ontcijferen. Ze is oprecht trots op wat ze kan lezen en schrijven. Zo trots, dat ze die kunde als een volleerde onderwijzeres aan haar zus wil overdragen. Dat maakt dat ze te pas en te onpas de jongste dochter overhoort. Of de kleuterzus dat nu wil of niet. Als we mogen voortgaan op de bereidwilligheid en de motivatie, zal de leerkracht nog bar weinig werk hebben als de jongste naar het eerste mag. 

 

De zussen nestelen zich samen in de zetel met een willekeurig leesboek en na één keer alle letters die de oudste kent te overlopen, moet de jongste deze zonder aarzelen kunnen opsommen. De juf in kwestie heeft weinig geduld, een strenge intonatie en dito gezichtsuitdrukking. Een gestrekte vinger flitst nerveus over het papier. Dat zij over het herkennen van die letters enkele weken deed en haar zus twee jaar jonger is, is klaarblijkelijk bijzaak. De jongste gokt er dan op los, zelfs met onbestaande klanken, wat de lerares mateloos frustreert. Die laatste geeft dan maar op en zucht weinig pedagogisch dat de leerling “echt nog een baby is”. 

 

De leerstof wordt soms geïntegreerd in het spel. De zussenjuf werkt dus ook al vakoverschrijdend, hetgeen in tegenstelling tot de weinig pedagogische peptalk dan weer hoge punten zal scoren bij het behalen van de eindtermen. 

Zo hield de oudste dochter haar arm gestrekt bij wijze van slagboom en moest de jongste een “codewoord” geven om door te mogen. Dat woord was duidelijk niet op voorhand afgesproken, dus de jongste probeerde (logischerwijs): “kaka”? 

“Nee.”

“Pipi dan?” 

“Nee, ook niet.”, antwoordde de poortbediende. “Het zijn LETTERS.”

“Ah, ok.”, vervolgde de jongste. “7, 3, 8, 9?”

“Jaaaa, je mag door!” 

 

Laat ons stellen dat de leerkracht van het eerste leerjaar toch nog wat werk zal hebben. 

 

 


 


Reacties

Populaire posts