Zondagochtend


 

6.15u. Zacht gegniffel stijgt op vanuit de kinderkamers. Drie paar blote kindervoetjes trippelen de koude trap af. De zoon zet tekenfilmpjes op voor zijn zussen. Van dat soort cartoons waar moeder het nog geen twee seconden uithoudt om naar te kijken, zo flitsend, gejaagd en enerverend. Het volume doet vermoeden dat de kroost slechthorend is, maar de pediater verzekerde moeder al meermaals van niet. 

De oudste dochter kruipt dicht tegen haar broer en trekt een dekentje over hun voeten. De zoon laat haar tegen zijn flank rusten, zolang hij zich maar kan focussen op het nieuwste spelletje “Brawl Stars” op de tablet. Zij geniet van zijn warmte en het contact. Hij van zijn zwijgende zus. 

De jongste dochter kruipt in de aftandse relax die minstens al een jaar of zes meegaat en waar op de achterzijde in grote letters “MAXIMUM 9 KG” op een etiket staat. Een limiet die al zeker drie jaar achter haar ligt. Het is bijna een relikwie, dat doet mijmeren naar het babytijdperk dat steeds verder achter hen ligt. Moeder kan er om die reden misschien moeilijk afstand van nemen. Net zoals de dochter er niet zonder kan, omdat ze er troostend comfort in vindt en er helemaal tot rust kan komen. 

 

6.27u. Ze krijgen honger en bedienen zichzelf met yoghurt of pudding, ontbijtgranen en in het slechtste geval Kindersurprise-eieren waarvan ze krampachtig trachten te verbergen dat ze er aten door de kleinste aluminium velletjes van de verpakking zorgvuldig op te ruimen en het speeltje te verstoppen in het vak onder de salontafel. Ze zijn achteraf altijd teleurgesteld als moeder, ondanks hun verwoede opruimpoging, toch raadt dat ze er aten, omdat ze de gigantische chocoladevegen in de wijde omgeving van de mond of op pyjamabroeken kennelijk niet lijken op te merken. 

 

6.37u. De chocolade-eieren zorgen vrijwel onmiddellijk voor een energieopstoot, de zogenaamde sugar rush, want moeder wordt gewekt door geblaf. Geblaf van de zoon, die zich ten volle inleeft in de rol van “hond”. Zijn oudste zus joelt het uit. Ze doet alsof ze bang is van die hond. De zoon doet een beetje te hard zijn best om een verbaal agressieve hond te evenaren, waardoor de dochter het spelletje niet meer leuk vindt. De zoon weet echter van geen ophouden, dus doet hij er nog een schepje bovenop nu hij ziet dat zijn doel bereikt is, namelijk: zijn zus op stang jagen. De dochter buldert gehaast, half struikelend en luid roepend/huilend de trap op, ramt de slaapkamerdeur en springt het ouderlijk bed in zonder te kijken waar ze landt. Pas als de dochter een hand op de klink van de deur legt, houdt de zoon op om nog iets of wat geloofwaardig over te komen als hij straks beweert dat hij “niets gedaan heeft” en druipt af richting de tablet. De dochter gooit het deken omhoog en plant haar koude voeten tegen moeders rug. Terwijl ze jammert van “Broer plaagt mij.”, lijkt de matras haar hartslag te resoneren, goed voor naar schatting 200 slagen per minuut. 

 

6.40u. De jongste trekt zich zelden iets aan van het wilde geraas van haar broer en zus en kijkt vanuit haar persoonlijke fauteuil ongestoord verder tv. Ze ziet echter haar kans schoon om mee het ouderlijk bed in te glippen en te profiteren van moeders knuffels van zodra de zus gillend naar boven trekt. 

 

6.42u. Moeder ligt gesandwicht tussen twee duimende meisjes. Ze persen zich om ter dichtst bij haar en bediscussiëren wie het grootste deel van het kussen inpalmt. Ze doen een soort getouwtrek met het kussen, alsof moeders hoofd slechts bijzaak is. Eens het kussen precies gelijk verdeeld is en ze allebei even dicht tegen moeder geplakt liggen, probeert moeder zo onopvallend mogelijk de haarlokken van de dochters uit haar gezicht te strijken en hun knuffels met de weeë geur van kinderspeeksel vanonder haar neus te vissen. 

 

6.44u. Terwijl moeder de ijdele hoop heeft om nog even letterlijk een oogje te kunnen dichtknijpen, vinden de dochters het hoog tijd om te testen of moeder wel écht slaapt. Kleutervingers inspecteren haar neus en oren. Ze porren bruut in haar ogen of trekken aan de wimpers van haar oogleden. Ze wrikken haar mond open en controleren nauwgezet elke tand. Als moeder een keer “Auw!” roept, betekent dat uiteraard dat ze niét slaapt en dat ze kunnen overgaan tot een iets actievere vorm van interactie.

 

6.47u. “Mama, krab eens over mijn rugje?” “Ja, ook over die van mij!” “Harder. Nee, rechts.” “Ok, en nu massage!” “Of nee! Teken iets met je vingers op mijn rug en ik moet raden wat het is!” Als moeder vraagt wie haar rug dan zal krabben, is dat voor beide dochters een brug te ver. Moeder maant hen aan om nog éven rustig te blijven liggen en probeert na te gaan of hun empatisch vermogen al een bepaald niveau bereikt heeft door te geeuwen dat ze “echt nog heel moe is”.

 

6.49u. Het deken wordt opnieuw opgegooid, waarna de koude luchtstroom moeder doet rillen. De dochters zorgen voor nog meer kille luchtverplaatsing door het bed als een groots springkasteel te aanzien. Moeder voelt zich als een dooier die zich moedig in stand probeert te houden tussen de genadeloze kloppers van een mixer. Ondertussen probeert ze nog steeds om haar ogen dicht te houden om de geloofwaardigheid van “slapende moeder” niet te verliezen. Geen sinecure. Als de kleuters merken dat dit moeder allesbehalve bekoort, besluiten ze haar op een andere manier te entertainen. 

 

6.51u. Ze verdwijnen enkele seconden en rommelen wat in hun kamer. Ze komen terug met een berg knuffels die ze op een deken verzamelden en aan de punt van het deken over de grond vooruit slepen. De knuffels worden triomfantelijk over het bed verspreid. Moeder krijgt er “een hele speciale” in haar handen geduwd terwijl het in haar ogen een doodgewone teddybeer is, weliswaar met een pilotenkostuumpje. De zussen duiken giechelend weg achter het bed. Er verschijnen, naast plukjes haar die de locatie van de poppenspeelsters verraden, een veelkleurige eenhoorn en een paar konijnenoren ten tonele net boven de bedrand. De poppenkast kan beginnen. Het theaterstuk met ietwat bizarre inhoud, maar met zekere chronologie, doet moeder verbazen over hun creativiteit, improvisatievermogen en samenspel. Zo zonder enig overleg of voorbereidend werk tot een samenhangend verhaal komen, menig stand-upcomedian zou er nog wat van kunnen opsteken. Na enkele minuten is de show afgelopen. De dochters maken een buiging en wachten geduldig het applaus van moeder af. Ze vinden dat het nu moeders beurt is om poppenkast te spelen. 

 

7.02. Terwijl moeders gedachten alle kanten op flitsen omdat ze in een razendsnel tempo een verhaal op kinderniveau uit haar duim moet zuigen over de pilotenbeer (Waarom kan ze alleen hartstochtelijke en passionele tragedies bedenken, goed voor een melodramatische soap, maar minder geschikt voor haar doelpubliek?) maken de dochters plots een soort klikgeluid met hun tong. “Allee, mama, doe jij dat ook eens?” Moeder vindt dat ze nogal veel opdrachten op haar afgevuurd krijgt op dit schromelijk vroeg uur. De neurotransmitters die voor enige actie zouden moeten zorgen, lijken nog in een diepe slaap verzonken, maar uiteindelijk lukt het haar om zoals gevraagd met de tong te klikken. Aan de reactie van de dochters te zien, gaat ze echter compleet de mist in. De zussen zuchten en besluiten dat moeder nog veel moet leren. 

 

7.09. Vervolgens beramen ze hun volgend plan. Ze rennen naar de badkamer en komen terug met de weegschaal. De oudste weegt net geen “twee en een nul”, hetgeen wel een spijtige zaak blijkt. Ze positioneert de achtergebleven knuffels bij haar op de weegschaal en probeert zo het ronde getal te bekomen. Ze is lichtjes teleurgesteld als het niet lukt.

 

7.22. Voor moeder is het nu welletjes. Ze stoot vader aan, die amper iets opgemerkt heeft van het hele schouwspel en er zo mogelijk zelfs nog doorheen knorde. Hij heeft hooguit een ooglid voor helft omhoog geheven om te zien waar die stoorzenders vandaan kwamen en zich dan verveeld omgedraaid. Het is voor moeder inmiddels duidelijk dat er van slapen niet veel meer in huis zal komen en terwijl de dochters klaar zijn voor een tweede ronde ochtendlijk vertier, ditmaal voor vader, stapt ze de douche in. 

 

Zo wordt moeder ongeveer iedere ochtend op een weekenddag gewekt. Ze heeft tegen 9.30u het gevoel dat ze er al een halve dag heeft opzitten. Op weekdagen daarentegen, is dit vreemd genoeg een rariteit. Dan zijn haar nakomelingen om 7.20u nog in een diepe slaap verzonken en moet ze hen meermaals motiveren om wakker te worden, op te staan en aan de voorschoolse routine te beginnen. 

 

Terwijl moeder geniet van de rust terwijl het warme water van de douche over haar lichaam gutst en ze mogelijk iets te lang onder het stromende water blijft staan dan goed is voor de zomerse waterschaarste van de laatste jaren, blikt ze terug op het afgelopen uur dat ze vanwege de vroegte in een waas beleefde. Ze denkt aan de in pyjama gehulde dochters met warrige en zilt geurende haardos die door de kamer huppelen en zich tegen moeder vlijen. Aan het gegiechel en gegniffel. Aan het vechten om een plekje zo dicht mogelijk tegen haar. Aan de knuffels en kusjes zonder belemmeringen én omdat ze er nog zo van houden. Aan de mollige, zachte kinderhandjes tegen haar wang en de gemeende “ik hou van jou, mama”. Aan de ongeremde kindertijd in volle glorie.

Bij de tienjarige zoon, waar stoerdoenerij steeds meer de bovenhand neemt, zijn deze momenten helaas al zeer gering. Het doet haar beseffen dat de tijd cliché-gewijs voorbij vliegt. Hopelijk mag ze toch nog enkele jaren profiteren van die kinderlijke spontaniteit en blijven momenten als deze als een foto in haar rijkelijk gevuld herinneringenarchief voor altijd opgeslagen. 

 

Reacties

Populaire posts