Pinokkio


Dat de kinderen hier houden van sprookjes en andere verhalen is geen geheim. En als het een geheim was, hadden de dochters het ongewild al lang uit de doeken gedaan door hun tentoongespreid inlevingsvermogen en allerhande quotes die te pas en te onpas in elke situatie gebruikt worden. Ze beluisteren de verhalen die voorgelezen worden of kijken naar de tekenfilmversie op tv. 

De dochters halen er inspiratie uit voor hun fantasiespellen of voor hun artistieke creaties. Ze verkleden zich in het favoriete personage van het moment met attributen die ze vinden in het interieur en houden hele dialogen naar vrije interpretatie van het desbetreffende sprookje. Moeder moet dan raden welke figuur ze precies vertolken, hetgeen in hun ogen overduidelijk is. Moeder daarentegen slaagt er zelden in om het correcte personage te koppelen aan het zorgvuldig verkleed kind, tot grote teleurstelling van de dochters. Een tafellaken als cape, een deken als sluier, duizend haarelastieken rond de arm, blote benen en hoog opgetrokken sokken, terwijl ze half verdoken in een decoratieve rieten mand zitten, doet bij moeder niet meteen een belletje rinkelen. Ook worden er scènes nagespeeld met Barbies en andere popjes, compleet met dreigende intonatie en uitspraken die eerder uit moeders mond lijken te komen dan uit die van de tekenfilmheld. De fictie wordt dus regelmatig ingeweven in de realiteit van elke dag, zodat moeder vaak even moet nadenken van waar een bepaalde uitspraak nu weer komt en zich afvraagt of ze iets moet veranderen aan haar eigen stijl van communiceren. 

 

Telkens als de kinderen thuiskomen staat moeders afspeellijst op repeat. “Jas aan de kapstok? Fluohesje in de mand? Schoenen uit? Nee, sokken aanlaten, de vloer is te koud, je wordt nog ziek. (Waarom eigenlijk? Moeder weet nochtans dat er meer nodig is om ziek te worden, maar van de gedachte blote voeten op ijskoude tegels krijgt ze instant rillingen.) Boekentas op zijn plaats? Ja, je mag eerst fruit of een koek. Heb je veel huiswerk?” Het zijn maar enkele van de zinnen die vooral de zoon aan de verwachtingen moeten doen herinneren. Ja, zó een vermoeiende moeder ben ik dan geworden, ja. Waar de jongere dochters dit al uit zichzelf doen en de structuur intussen al vanbuiten kennen, heeft de zoon bij elke handeling herhaling nodig. Daar kwam tegenwoordig nog een vraag bij, die steeg in de schaal van belangrijkheid sinds corona ieders leven domineerde.

 

Zo ook die dag. De zoon kwam thuis van school, stond voor moeder zonder jas, zonder fluohesje, zonder boekentas en uiteraard zonder sokken om haar te vertellen dat er geen huiswerk was vandaag en of hij dan nu een koek mocht. Moeder beantwoordde de vraag terug met die ene vraag, namelijk:  “Hebt ge uw handen al gewassen?” De zoon bevestigde, ietwat aarzelend, doch overtuigend genoeg om hem het voordeel van de twijfel te geven. Waarop de driejarige dochter, die de zoon al beter kent dan wie ook en moeders rol voortreffelijk zou kunnen overnemen voor wat betreft gevatte opmerkingen, razendsnel repliceerde: “Laat me dan eens ruiken, want uw neus wordt langer.” 

 

 

 




 

Reacties

Populaire posts