Voorlichting


Iedere ouder denkt wel eens na over hoe hij/zij het voortplantingsverhaal zal brengen als hun kind er plots naar vraagt. Moeder had zich voorgenomen om er niet te veel doekjes om te winden en gewoon te zeggen waarop het staat. Bloemetjes, bijtjes, ooievaars en bloemkolen zijn niet aan haar besteed. (Of ze is te rationeel om dat enigszins geloofwaardig over te brengen op die manier, dat kan ook.) Dit specifieke onderdeel van kennis behoort immers tot de zogenaamde  “Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding”, hetgeen bij moeders competenties als vroedvrouw zou moeten behoren, zoals in het beroepsprofiel omschreven wordt. Als ze geacht wordt om tieners, adolescenten en volwasssenen te kunnen voorlichten over anticonceptie, conceptie, zwangerschap, bevalling en postpartum, moet dit a piece of cake zijn bij je eigen kinderen, toch? 

De zoon vroeg in zijn negenjarig bestaan al enkele keren gniffelend: “Hoe worden baby’s gemaakt?” of “Hoe komen ze in de buik terecht?”. Moeder had telkens geantwoord  waar het werkelijk op neerkomt. Hoe ouder hij werd, hoe meer details ze moest toevoegen vanwege de meer diepgaandere interesse. De dochters zaten er vaak bij en giechelden mee, maar hadden geen flauw benul waarmee eigenlijk precies. 

 

Ergens tussen de boterhammen en het dessert was de jongste dochter bezig aan haar dagelijkse monoloog. Om haar woorden kracht bij te zetten en om als kleinste van het gezin de anderen toch letterlijk een beetje te kunnen overstijgen, stond ze recht op de voetensteun van haar verhoogde kinderstoel zodat ze boven ieders hoofd uittorende. Moeder luistert altijd geboeid, want het kind kan vertellen in geuren en kleuren, in oprechte verbazing over haar eigen fantasie en bovenal met grote overtuigingskracht. Je zou zowaar geloven dat ze lang golvend haar heeft dat tot de grond reikt, in alle kleuren van de regenboog en dat ze bovendien magische krachten bezit. Ook haar oudere broer en zus zwijgen doorgaans als zij iets vertelt, omdat ze al even nieuwsgierig zijn naar de hersenspinsels en het komisch geratel van hun kleine zus. Die laatste gelooft zelf haar fantasierijke vertelsels nog het hardst en duldt bovenal geen weerwoord. 

Die middag vertelde ze over hoe alles gemaakt wordt en door wie: huizen, tafels, poppen, kleding,… Het sloeg werkelijk nergens op, waardoor haar tafelgenoten elkaar af en toe veelbetekenend aankeken. En toen kwam het: “Wie maakt de mensen eigenlijk, mama?”. Moeder had het voelen aankomen en bedacht intussen hoe ze op het niveau van een driejarige iets meer duiding kon geven over de voortplanting. Omdat ze vroeg naar “wie”, besloot moeder eerst daarop te antwoorden en af te wachten of er al dan niet een volgende vragenstroom zou volgen: “Mensen worden gemaakt door andere mensen.” Het gesprek kon daarmee nog alle kanten op, want volgens de dochter behoren baby’s en kinderen niet tot de categorie “mensen”. Mensen zijn immers groot, een kind niet, dus een kind is geen mens. Vader en moeder poogden al meermaals deze termen te expliceren, maar voor de dochter is het een uitgemaakte zaak. 

Twee seconden dacht de kleuter na over het antwoord dat moeder er zojuist uitgeflapt had, draaide haar hoofd en repliceerde oogrollend: “Neehee, mensen worden gemaakt door ridders. Ridders lenen dan gereedschap bij de werkmannen. Zo kunnen ze mensen maken én beschermen.” 

En ze beet van haar boterham om daarna met volle mond haar uiterst boeiende monoloog voort te zetten. 

 

 

Reacties

Populaire posts