Maria, “Jozus” en Jezus



 

Kerstmis komt stilaan dichterbij. Daar kan je bij ons thuis niet meer langs kijken. Op 1 december kan het eerste deurtje van de chocolade-aftelkalender geopend worden en die handeling lijkt een instant kerstgevoel bij de kinderen op te wekken. Vanaf dan kan het niet snel genoeg gaan. De kinderen zien het groots en willen vooral véél van alles: veel lichtjes (liefst flikkerend of in duizend kleuren), veel kaarsjes, veel kitscherige kerstballen, veel winterse raamstickers, veel kerstfiguren, veel cadeautjes,…. Veel én overal. Gezelligheid troef.

De kerstboom wordt opgetuigd. Moeder moet zichzelf aanmanen om enkele keren diep in en uit te ademen vooraleer ze met lede ogen toekijkt hoe haar kroost de boom versiert. Moeder heeft doorgaans een soort ontwerpplan in het hoofd waarin elk ornament een beredeneerde plek krijgt in de boom. De dochters zien dat anders. Zij willen vooral elkaar aftroeven in zo veel mogelijk ballen (liefst meer dan de tegenspeelster) in de boom te hangen op zo kort mogelijke tijd. Achteraf zijn ze oprecht fier op hun verwezenlijking en is moeder (ietwat gespeeld) enthousiast. ’s Avonds als de dochters in bed liggen, verdeelt moeder stiekem de versiersels gelijkmatiger over de boom zodat niet alleen de onderste meter overbevolkt is, maar ieder stuk zijn welverdiende plek in de schijnwerpers krijgt. De ochtend nadien zijn de dochters even trots op hún creatie. 

 

Op de kast staat een kersttafereel uitgebeeld: een plein met lantaarntjes, kerstdennetjes, huisjes en warm ingeduffelde figuren. Uit de lantaarntjes en huisjes zouden lampjes moeten oplichten, ware het niet dat moeder al ieder jaar na de festiviteiten vergat de batterijen eruit te halen en de zure inhoud mogelijk het een en het ander verknoeid heeft. Uit de muziekdoos weerklinkt om diezelfde reden een triestige melodie met af en toe een valse noot. Als je goed luistert en bovendien beschikt over een rijkelijk inlevingsvermogen, kan je er misschien “Jingle Bells” uit opmaken. De figuurtjes missen hier en daar een likje verf. Of een ledemaat. Erbarmelijk eigenlijk. 

De kinderen hebben de grootouders op dat vlak tot een grootser project kunnen verleiden. Daar werd de collectie huisjes en beeldjes immers elk jaar uitgebreid totdat ze dit jaar een heus kerstdorp konden bouwen. Wat zeg ik, kerstmetropool is juister. Het betreft een Barbiehuis dat ze omtoverden tot een idyllisch kerst/winterlandschap met sneeuwtapijten en sterretjespapier, huisjes en schaatsbanen, sneeuwmannen en dennenboompjes. De lichtjes werken opperbest en de melodietjes klinken haarscherp. Je kan je voorstellen dat de grootouders hiermee torenhoge punten scoorden bij de kerstminnende kleinkinderen. Als ze op bezoek gaan, zijn ze eerst een half uur in de weer om alle lichtjes en muziekjes op te zetten waarna ze languit voor het huis gaan liggen om elk tafereel nauwkeurig te bestuderen. Ze lijken haast gehypnotiseerd door de toevloed aan zintuiglijke prikkels. 

 

De jongste dochter is helemaal in de ban van het kerstverhaal. Ze spreekt over Jezus, Jozef en Maria als waren het welbekende kinderhelden uit een populaire animatiefilm. Dat uit zich op uiteenlopende manieren. Terwijl de meeste kinderen er bijvoorbeeld voor kiezen om zich uit te dossen als kerstman of kerstelf tijdens het feestje op school, opteert zij ervoor om te gaan als… Jezus. Ze speelt voortdurend rollenspellen met redelijk spectaculaire verhaallijnen waarin Maria, Jozef en Jezus de hoofdrollen vertolken. Moeder is dan getuige van bijzondere geschiedkundige eigenaardigheden. Bovendien heeft de kleuter meestal enige moeite met het onthouden van de naam “Jozef”. Zo zoeken Maria, Jezus en “Jozus” vaak dekking voor de machinegeweren van de drie “konings”, die alle drie gerepresenteerd worden door de broer. Of blijkt “Jezef” zoek, hetgeen Jezus erg van streek maakt, waarna die laatste onmiddellijk troost vindt bij zijn moeder die sust dat “papa gewoon werken is en op de schapen let, amper een wei verderop”. Soms vindt de dochter zichzelf ook hilarisch wanneer ze sinterklaasliedjes omvormt tot kerstliedjes en in plaats van Sint, Piet en Paard zingt over Maria, Jozef en Kameel. Of probeert ze de juf te overtuigen om niet alleen Maria, Jezus en “hoe-heet-die-andere-ook-alweer?” te knutselen voor in het stalletje, maar ook “de meneer van de schapen, de konings en de fee (beter bekend als de engel)”. 

 

Op een zondagmorgen zaten moeder en vader nog aan de ontbijttafel terwijl de kinderen al verzeild waren geraakt in een ingewikkelde oorlogsstrijd, hetgeen in schril contrast stond met de vredevolle kerstsetting. De jongste droeg een lieflijke pyjama uit één stuk waardoor ze eruit zag als een schattige, weliswaar uit de kluiten gewassen, baby. In haar hand droeg ze echter een kleurrijk speelgoedgeweer (JA, datgene waarvan moeder gezegd had het nooit in huis te zullen halen, JA. NOOIT zouden de kinderen met speelgoedwapens spelen, totaal onverantwoord! En toen kwam de zoon. En de Nerf-hype. En een moeder die van haar principes afstapte.). Als een volleerd paracommando zocht de dochter dekking achter de zetel en schoot ze, vrij ongecontroleerd, naar de vijand. “Doek, doek, doek”, zei ze en was compleet overtuigd dat ze hiermee waarheidsgetrouw het geluid van een geweer nabootste. Ze liep de beentjes vanonder haar lijf rondom de tafel om te ontkomen aan haar broer en zus. Wanneer moeder haar terloops aanmaande om niet zo snel te lopen, bleef ze vlijtig doorspurten en riep ze moeder toe dat “haar benen het niet snappen”. 

Tot het oog van de jongste op het kerststalletje onder de boom viel die vlak langs haar schuilplaats gepositioneerd stond. Er werd een wapenstilstand ingeroepen, en wel onmiddellijk, want “Jozus” was kwijt. De oudste dochter probeerde de gemoederen nog te bedaren en opperde dat hij vermoedelijk gewoon bij de schapen was, amper een wei verderop. Maar dat was hij niet. “Jozus” was nergens in de nabije omgeving te bespeuren. Een grootse queeste werd opgezet en zo kwam het dat moeder op zondagmorgen het huis doorschuifelde in pyjama, op zoek naar een plastieken Jozef. Jozef bleek wat afgedwaald van zijn gebruikelijke route naar de nabijgelegen weide en de vermiste werd uiteindelijk teruggevonden aan tafel bij enkele opgesmukte Playmobilprinsessen. De sloeber. Het gaf de jongste alleszins genoeg stof om weer een hoogstinteressante conversatie uit te werken tussen de ongebruikelijke combinatie van figuren. 

 

 


 


 

Reacties

Populaire posts