Bompa en bomma

 

Twee jaar ben ik en bompa roept me bij hem in de zetel. Hij gaat een trucje doen dus hij heeft mijn volledige aandacht. Bompa plooit zijn duimen, zet ze op elkaar en legt er zijn wijsvinger over. Zo lijkt het alsof hij slechts één duim vasthoudt. Dan trekt hij beide duimen van elkaar waardoor hij de impressie wekt zijn ene duim uit elkaar te rukken. Een klassieker, maar ik vind het indrukwekkend. Daarna zingen we “De tango van het blote kontje” en gniffelen we als we de “onbeleefde” woorden uitspreken die erin voorkomen. 

 

Drie jaar ben ik en in mijn kinderlijke nieuwsgierigheid schuif ik de keukenstoel tegen het aanrecht. "Kijk bomma, nu zijn we even groot." Ze lacht en schuift mij een bordje lauwe koffie met enkele druppels Stroh rum en petit-beurrekes toe. Ze maakt haar succesrecept, koekjeskoek. Met de tong tussen mijn lippen geklemd, probeer ik de koekjes te schikken zoals zij me voordeed. Plots kan ik mij niet meer beheersen en steek ik stiekem mijn vinger in de crème au beurre om te proeven. Bomma doet alsof ze het niet ziet, maar ik zie haar ogen glinsteren van de pret.

 

Vijf jaar ben ik en ik loop aan de hand van mama op mijn paasbest door de straat. Alle neven en nichten troepen samen voor het nummer 27 in onze straat. Bomma en bompa zijn in hun nopjes want ze hebben er onderling een wedstrijdje van gemaakt om de paaseieren om ter best te verstoppen. Bomma gniffelt bij de gedachte aan de paasanekdote die Bompa uit zijn mouw zal schudden om de kleinkinderen te animeren. Wellicht heeft hij ook dit jaar weer een buil op zijn hoofd van een ei dat uit een verdwaalde paasklok viel.

 

Zes jaar ben ik en ik ben jarig! Ik mag thuis een tiental vriendinnetjes ontvangen en mama en papa zorgen voor een aaneenschakeling aan leuke spelletjes. Voor één van die spelletjes hebben ze de hulp van bompa ingeroepen. Mama pakte een paar cadeautjes in en wij mogen in een kringetje op de grond plaatsnemen. Het pakje gaat de kring rond terwijl bompa op zijn accordeon een liedje speelt. Als hij plots stopt, is het cadeautje voor diegene die het vast heeft. Het spelletje zorgt voor een ongekende spanning tussen de deelnemers en bompa amuseert zich kostelijk. 

 

Zeven jaar ben ik en ik ben op schattenjacht in de kelder van bomma en bompa. Ik bots op een halve kamer vol verkleedkleding. Dit is de opslagplaats van de Oude Winterpijp. Als bomma mij gevonden heeft, ziet ze dat ik een bijzondere jurk heb ontdekt. Bomma leeft helemaal op als ze kan vertellen welke optredens ze met deze outfit geeft en ze zingt het bijhorende lied. Het trieste verhaal van Keetje Tippel ontgaat mij, ik ben te gefascineerd door de uitrekbare armen. Als bompa het tafereel gadeslaat, laat hij de kans niet onbenut om zijn accordeon boven te halen. Bompa begeleidt bomma muzikaal bij de liedjes die ze zingt. Ze lachen van plezier en ik geniet van het bijzondere privéoptreden.

 

Acht jaar ben ik en bompa zit bij ons aan tafel tijdens zijn dagelijks bezoekje. We halen de grote, kartonnen plaat boven waarop mijn papa, mijn broer en ik een heuse “koersbaan” tekenden, naar analogie met het Eddy-Merckxspel van mijn vader vroeger. Iedereen krijgt een plastieken wielrennertje waaraan de naam van een bekende wielerheld gekoppeld wordt. Het is een pittig parcours met heuvels en afdalingen en heuse bezienswaardigheden uit de buurt. Bompa gaat er helemaal in op en is gespeeld teleurgesteld als mijn broer wint en luid “We are the champions” afsteekt. 

 

Negen jaar ben ik en de zomervakantie is net begonnen. Bompa komt binnen gewandeld met grote isomo dozen die hij in de naburige supermarkt heeft kunnen krijgen. Vroeger had hij een moestuin en nu wil hij proberen om de liefde voor het tuinieren aan mij en mijn broer  door te geven. We vullen de bakken met potgrond en planten zorgvuldig de zaadjes. Iedere dag komt bompa langs zodat we samen de plantjes kunnen verzorgen en zien groeien. Als de planten eindelijk enkele rijpe vruchten hebben, zijn we zo fier als een gieter en mag mijn moeder een feestmaaltijd bereiden voor ons allemaal met de volle vijf kerstomaten.

 

Tien jaar ben ik en ik speel verstoppertje met mijn neven en nichten. Ik wil me achter de haag van de buren verstoppen en moet daarvoor langs de tuintafel sluipen waaraan bomma, bompa, de buurman en de buurvrouw zitten te kaarten. Vanuit mijn schuilplaats kan ik stiekem meeluisteren naar hetgeen er gezegd wordt. Ik geniet van het smeuïge taaltje dat hoort bij het tijsen: 

Ich hao koekke keuning noks. 

Wao ès troef? Klaovere, da’s knaajnsaete.

Bomma en bompa vormen duidelijk een sterk team, hebben weinig woorden nodig om de anderen onder tafel te spelen. Ze lachen en genieten als de tegenpartij vloekt.

 

Elf jaar ben ik en ik hoor de krakende fiets van bompa al van ver aankomen. Als ik buiten kom om hem te verwelkomen, fietst bompa de oprit op. Hij gaat naar Waltwilder en komt vragen of mijn broer mee gaat. Hij draagt zijn typische zomeroutfit met korte broek, polo, hoogopgetrokken sokken en de witte sportschoenen die al jaren meegaan. We lachen om het standaardmopje over zijn benen die zo wit zijn als melkflessen. 

 

Twaalf jaar ben ik en de bel kondigt het einde van de schooldag aan. Aan de poort zoek ik naar mijn mama of papa, maar ik zie geen bekend gezicht. Waarschijnlijk ben ik vergeten wat er ’s morgens afgesproken werd in verband met het afhalen. Ik vertrek te voet richting bomma en bompa. Daar komen ze mij straks vast wel zoeken. Bomma is aangenaam verrast met het onverwachte bezoek als ze mijn stem door de parlofoon hoort. Als ik boven kom, heeft ze haar schort aan en staat ze het pannenkoekenbeslag al te kloppen.

 

Dertien jaar ben ik en het is 6 december. De neven en nichten vormen een rij van klein naar groot op de trap in de inkomhal. Zo willen de zwarte pieten het immers. Het ruikt er naar versgebakken speculaas die Sinterklaas uit Spanje meegebracht zou hebben. De zweetparels blinken nog op bomma’s voorhoofd. De lekkere koeken konden maar net op tijd uit de oven. Maar dat heeft niemand door, want de kinderen staan ongeduldig te trappelen om te zien hoe de tafel dit jaar weer vol lekkers en cadeautjes ligt.

 

Veertien jaar ben ik en bompa en bomma nodigen ons uit voor een heus mosselfestijn. De mosselen zijn bompa’s specialiteit, bomma zorgt voor de handgesneden frieten en de zelfgemaakte mayonaise. Ik mag meehelpen met het klaarmaken van de mosselen. Ze worden zorgvuldig gespoeld en geweekt in water met melk en zout. Daarna gaan ze met een portie groenten in de grote ketel. Bompa schudt de mosselen goed op en na een paar minuutjes kunnen we aanschuiven aan tafel. Met de handdoek nog over zijn schouder geslagen, smult bompa zichtbaar van zijn lievelingskost.

 

Vijftien jaar ben ik en bomma en bompa zijn 40 jaar getrouwd. Er wordt een groot feest georganiseerd om deze heuglijke gebeurtenis te vieren. De kleinkinderen hebben dagen voorbereidingswerk gehad aan het uitdenken en opnemen van een filmpje waarin het leven van bomma en bompa centraal staat. De kinderen dokteren alle scènes minutieus uit en leveren prachtig, doch hilarisch acteerwerk om de rollen van bomma en bompa zo geloofwaardig mogelijk neer te zetten. Naast het filmpje zorgt de familie ook voor een muzikaal intermezzo waarbij elk familielid zijn bijdrage levert. “De Tango van het blote kontje” kan hier uiteraard niet ontbreken, alsook “Ik heb eerbied voor jouw grijze haren” en “Het is moeilijk bescheiden te blijven”, allemaal met een serieuze knipoog naar het geamuseerd toekijkende grootouderpaar. 

 

Zestien jaar ben ik en ik zit met de hele familie aan een feestelijk gedekte tafel te genieten van de culinaire hoogstandjes die de gastvrouw en -heer bereid hebben. In een hoek van de woonkamer staat de kerstboom, versierd met blinkende kerstballen en glinsterende lichtjes. Eronder liggen tientallen cadeautjes. Naar goede gewoonte trok ik bompa’s lijstje en vroeg hij ook dit jaar een paar nieuwe pantoffels. Bomma en bompa lachen met de grappige, beschrijvende versjes die moeten verklappen wat er in elk pakje schuilgaat en zo moeten leiden naar de gelukkige voor wie het cadeautje bestemd is. Dit is het ultieme kerstgevoel voor bomma en bompa, maar evenzeer voor ons allemaal: het samenzijn met de hele familie in een gezellige, ongedwongen sfeer. 

 

Drieëndertig jaar ben ik en ik zit samen met mijn eigen gezin bij mijn ouders thuis tijdens het wekelijkse zondagse bezoek. Bompa komt naar goede gewoonte binnengewandeld en neemt plaats bij me in de zetel. Hij lacht met de ongeremde uitspraken van de achterkleinkinderen en geniet ervan als ze hem bij hun spel betrekken. Als we anekdotes van vroeger oprakelen, fleurt hij helemaal op en vertelt hij maar al te graag zijn boeiende en grappige verhalen. Ik hang dan aan zijn lippen en probeer zoveel mogelijk op te slaan van hetgeen hij me allemaal vertelt. Dit alles maakt deel uit van het fundament voor “herinneringen voor later” en is voor mij van onschatbare waarde. De verhalen, de liedjes, de accordeon, de bezoekjes, de schouderklopjes, de mopjes, de feestjes, de toneeltjes, de ritjes in de auto, de wandelingetjes, … Mijn kindertijd. Mijn bompa en bomma. 

 



 

Reacties

Populaire posts